“Onder de vlag van Nederland en de Verenigde Naties”
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie en Ministerie van Buitenlandse Zaken) ziet zich sinds 2002 geconfronteerd met een aantal rechtszaken die nabestaanden van individuele Srebrenica-slachtoffers hebben aangespannen. Het gaan om de zaken:
- Hasan Nuhanovic en Mehida Mustafic-Mujic (en haar kinderen Damir en Alma Mustafic)
- De circa 6 duizend “Moeders van Srebrenica”
In de zomer van 2008 vonden de hoorzittingen plaats en werden uitspraken gedaan in de twee zaken.
DE ZAAK VAN HASAN NUHANOVIC EN DE FAMILIE MUSTAFIC TEGEN DE STAAT DER NEDERLANDEN
Hasan Nuhanovic
Hasan Nuhanovic was in dienst van de Verenigde Naties (VN) als tolk van de Nederlandse vredesmacht Dutchbat werkzaam in de enclave Srebrenica. Zijn vader, Ibro, werd door overste Karremans ingezet om de vluchtelingen, die op 11 juli 1995 op de Dutchbat-basis Potocari hun toevlucht hadden gezocht, te vertegenwoordigen in het overleg met de Bosnische Serviërs die onder leiding van generaal Mladic de enclave hadden ingenomen. Hasan mocht met zijn VN-pas op de compound (legeringsplaats) blijven om met de Nederlanders later geëvacueerd te worden. Zijn vader Ibro, zijn moeder en jongere broer hadden eveneens hun toevlucht op de compound gezocht in de hoop op een veilige aftocht, maar werden weggestuurd. Van hen werd sindsdien niets meer vernomen.
Hasan klaagt de onrechtmatige verwijdering van de compound aan van zijn familie, met de dood tot gevolg. “Ik heb dat gezin de dood in gestuurd,” verklaarde majoor Franken later.
De familie Mustafic
Rizo Mustafic was formeel in dienst van de gemeente Srebrenica, maar werkte voor de Nederlanders als elektricien op de Dutchbatbasis in Potocari. Ook hij meende, als lid van het lokale personeel van Dutchbat te mogen rekenen op bescherming binnen de compound in Potocari, waar hij zijn toevlucht had gezocht. Maar op 13 juli, toen buiten de het scheiden van mannen en vrouwen in volle gang was, werd ook hem bevolen te vertrekken. Rizo Mustafic staat sindsdien te boek als vermist.
De familie Mustafic klaagt eveneens de onrechtmatige verwijdering van hun man en vader van de compound aan. “Ze hebben hem gebruikt en daarna weggestuurd”, verweet dochter Alma.
Het proces
De hoorzitting van de zaak vond plaats op 10 juni 2008 in de Haagse Rechtbank onder grote binnen-en buitenlandse aandacht van de media.
De advocaten van de eisers, Liesbeth Zegveld en Michiel Uiterwaal, begonnen hun zeer uitvoerige pleidooi, met het aankaarten van een uiterst pijnlijke zaak: vlak voor het proces had de rechtbank twee rechters vervangen, die goed waren ingevoerd in de zaken. Met name betrof het de rechter mr. B.C. Punt die zich jarenlang verdiept had in de materie en eerder met een schikkingsvoorstel was gekomen, dat de eisers hoopvol had gestemd. “Integriteit en onafhankelijkheid zijn in het geding. Deze vervanging riekt naar partijdigheid”, voerden de advocaten aan.
Vervolgens verweten zij Dutchbat en daarmee de Staat der Nederlanden, onder wiens verantwoordelijkheid Dutchbat opereerde “onrechtmatig handelen”. Immers, het doel van de missie was binnen de door de VN tot safe area uitgeroepen enclave bescherming bieden aan de bevolking, terwijl degenen die op de compound bescherming hadden gezocht, en vervolgens werden weggestuurd, daarmee blootgesteld werden aan de vijand, met de dood tot gevolg.”
Ook de eisers kregen de gelegenheid om een verklaring af te leggen.
Hasan Nuhanovic getuigde van de gebeurtenissen op en rond 11 juli van hetgeen hij, aanwezig als tolk, op en rond de Dutchbatbasis zag en hoorde. Vooral de waarneming van de actieve deelname van Nederlandse soldaten aan het scheiden van mannen en vrouwen, hun deportatie en daarmee het meewerken aan etnische zuivering, was schokkend. Hij verweet de Dutchbat-leiding het slechts zeer kleine aantal vluchtelingen dat naar binnen mocht, terwijl er nog zoveel gebouwen op het terrein leegstonden. Daardoor bleef het overgrote deel van de vluchtelingen buiten de hekken, en was dus onbeschermd tegen de vijand. “De vlaggen van Nederland en van de VN wapperden op de compound. Onder die vlaggen werden de misdaden gepleegd”, getuigde Hasan.
Alma Mustafic haalde herinneringen op aan de hartelijke verhouding tussen Dutchbat en haar vader en vertelde in tranen over het verdriet om hem te moeten missen, terwijl hij gered had kunnen worden….
De verdediging, bij monde van de landsadvocaat mr. Houtzagers, claimde in een korte reactie dat de Staat der Nederlanden niet aansprakelijk kan worden gehouden voor het aangerichte leed. Immers, Dutchbat was in dienst en maakte deel uit van de VN (UNPROFOR) operatie in Bosnië, en stond dus onder commando en onder controle van de VN.
Uitspraak
De uitspraak van de Haagse rechtbank volgde op 10 september 2008:
– niet de Staat der Nederlanden maar de VN zijn aansprakelijk;
– de vordering van de eisers wordt dus afgewezen;
– eisers worden veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.
DE ZAAK VAN DE CIRCA 6.000 “MOEDERS VAN SREBRENICA” TEGEN DE STAAT DER NEDERLANDEN EN TEGEN DE VERENIGDE NATIES
De moeders verwijten de VN dat zij haar internationale verplichtingen, om deze genocide te voorkomen, niet is nagekomen. De procedure, aangespannen door de “Moeders van Srebrenica” moet ertoe leiden dat de nabestaanden eindelijk de erkenning en genoegdoening krijgen voor het doorstane leed dat mede door toedoen van Nederland en de VN werd veroorzaakt.
Het proces
De hoorzitting vond plaats op 18 juni 2008 in de Rechtbank in Den Haag.
Ter zitting werd gemeld dat de permanente vertegenwoordiger van Nederland bij de VN had verklaard dat de VN hebben gekozen om bij de procedure niet te verschijnen omdat de VN volstrekte immuniteit geniet. De VN weigeren zich ten overstaan van de rechter te verantwoorden voor het niet voorkomen van de genocide in Srebrenica.
In hun pleidooi laakten de advocaten, mr. Marco Gerritsen en mr. dr. Axel Hagedorn, de houding van de Nederlandse staat bij het inroepen van de immuniteit van de VN.
De Nederlandse politici belijden bij voortduring het feit dat zij de moeders van Srebrenica steunen, terwijl als het erop aankomt Nederland als procespartij ieder argument uit de kast haalt om de moeders tegen te werken, en daarmee de schuld afschuift naar de VN!
Door de verklaarde grenzeloze immuniteit wordt de geloofwaardigheid van de VN aangetast. Een beroep daarop zou niet mogen worden gehonoreerd.
“Ik merk overigens op dat de VN en de Nederlandse Staat zich bepaald gedreven tonen in deze procedure om onwaarschijnlijke argumenten naar voren te brengen om te proberen te voorkomen dat een inhoudelijke behandeling van de vordering van de Moeders zal plaatsvinden. De Moeders hebben die gedrevenheid van de VN en de Nederlandse Staat in 1995 volstrekt gemist”, voerde een van de advocaten aan. In zijn verdediging bleef landsadvocaat Mr Houtzagers bij de stelling dat de immuniteit van de VN onaantastbaar is.
De uitspraak [10 juli 2008]:
De rechtbank oordeelt dat de VN absolute immuniteit geniet en daarom nooit voor de rechter kan worden gedaagd:
– de vordering tegen de VN is onbevoegd.
– eisers worden veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.
In alle drie de zaken is door de eisers beroep aangetekend.
NASCHRIFT
De uitspraken van de rechtbank, maar ook het optreden van de landsadvocaat die namens de Staat der Nederlanden de verdediging voerde, veroorzaakte verwarring, ongeloof, frustratie, boosheid en verdriet op de eerste plaats bij de direct betrokkenen zelf, maar ook bij de andere aanwezigen. In binnen- en buitenlandse pers werd daar soms in harde bewoordingen gewag van gemaakt (“Tot op het bot verraden”, kopte een column van Ronald Giphart in de Volkskrant). Nabestaanden stellen prangende vragen: “Nederland wil niet van ons weten. Nu worden we naar de VN gestuurd, maar daar bestaat geen mogelijkheid tot beroep. Is er gerechtigheid voor ons ergens in deze wereld?! Waar moeten we naartoe?”.
De uitspraken lijken een vrijbrief om laakbaar gedrag van overheden (Nederland, de VN) binnen vredesmissies onbestraft te laten.
Stari Most vraagt zich af of de individuele politici wel op de hoogte zijn van hetgeen de landsadvocaat mede namens hen, tijdens rechtszitting te berde bracht. Zoals een van de advocaten van de eisers na afloop van de zitting verwoorde: ”Hij (de landsadvocaat) verdedigt zaken die niet meer te verdedigen zijn..”.
Het PCSM heeft daarom met IKV-PaxChristi (het huidige PAX) het initiatief genomen tot informatieve gesprekken met diverse Kamerfracties, waaronder de regeringspartijen. Dit met als doel gezamenlijk te onderzoeken welke mogelijkheden Nederland heeft om eindelijk in het reine te komen met de slachtoffers van het drama Srebrenica en daarmee tenslotte ook met zichzelf. Wij constateren bovendien een steeds breder gevoel van onbehagen bij Nederlandse burgers over de omgang van de overheid met dit nationale trauma.
Aan de krampachtige opstelling van Nederland moet een einde zal komen door een open confrontatie met de problematiek, de wil om het eigen handelen onder ogen te zien en de consequenties daarvan op zich te nemen. In de hoop dat daarmee iets van de frustratie, van het verdriet, van de wanhoop van de kant van de slachtoffers verlicht zou kunnen worden. En lessen worden getrokken voor de toekomst.